De twee bekendste manieren om uit biomassa energie op te wekken zijn het meestoken van biomassa in conventionele elektriciteitscentrales en biomassa vergisting, waarbij het biogas dat ontstaat gebruikt wordt om elektriciteit en warmte op te wekken.
De biomassa wordt net als kolen en aardgas weer omgezet in o.a. CO2. De biomassa moet daarom òf afval zijn die anders vergaat tot CO2 òf hernieuwd worden door biomassa steeds op nieuw te kweken voor energie doeleinden.
Biomassa meestook
In kolencentrales kan relatief eenvoudig vaste biomassa (houtafval e.d.) worden meegestookt tot tientallen procenten van de brandstof. Bij gasgestookte centrales kunnen plantaardige oliën worden meegestookt. Vooral bij gebruik van relatief schone biomassastromen is dit relatief eenvoudig. Biomassa, mits op de juiste wijze verkregen, is een snelle manier om de opwekking van duurzame energie uit te breiden.
Milieu organisaties zijn kritisch over het meestoken van biomassa, omdat dit het verbouwen van voedsel kan verdringen of tot extra kappen van bos kan leiden. In Nederland worden eisen gesteld aan de oorsprong van biomassa om de duurzaamheid te waarborgen.
Een belangrijk voordeel is dat de biomassa opgeslagen kan worden pas ingezet als het nodig is. Wind- en zonne-energie moet worden gebruikt als het wordt opgewekt.
Wenselijk is dat ook minder schone biomassa kan worden ingezet om hernieuwbare energie op te wekken.
In een recente brief aan de kamer meldt de minister van EZ dat in 2020 de bijdrage van meestook biomassa 1.2% zal zijn. In 2020 moet het totale percentage hernieuwbare energie 14% zijn.
In de SDE+ subsidieregeling worden er aanzienlijke bedragen gereserveerd voor biomassa bijstook, een bedrag van 3 miljard euro verdeeld over 8 jaar.
De markt voor biomassa is nog volop in ontwikkeling, er is een aanzienlijk potentieel aan biomassa om mee te stoken.
Biomassa vergisting
Verreweg de meeste installaties (102 in het jaar 2013) vergisten mest samen met andere materialen, er zijn 4 installaties die alleen mest vergisten.
Covergisting is de biologische afbraak van organische stof van dierlijke mest en covergistingsmaterialen onder zuurstofloze omstandigheden tot biogas, een gasvormig mengsel van hoofdzakelijk methaan (CH4) en koolstofdioxide (CO2), met als restproduct digestaat, die als meststof wordt gebruikt. Het biogas wordt opgevangen onder gasdichte daken die de installatie de karakteristieke vorm geven. Het biogas wordt gebruikt voor de opwekking van elektriciteit en warmte.
De gasdaken bieden de installaties de mogelijkheid om het biogas tijdelijk (enkele uren) op te slaan en dan pas te gebruiken voor energieproductie.
De bijdrage van vergisting aan de duurzame energieproductie in 2013 bedroeg 4% van de totale duurzame energiemarkt, 0.2% van de totale energiemarkt en is dus bescheiden. De productie van biogas wordt door de overheid gesubsidieerd.
Door het grote aantal installaties in Duitsland (7800) is de vraag naar covergistingsmaterialen toegenomen en zijn de prijzen gestegen. Hierdoor is het economische vooruitzicht niet rooskleurig, ook al omdat de elektriciteitsprijzen laag zijn en vermoedelijk niet snel zullen stijgen.
Sinds 2014 is er weer een stijging in het aantal subsidieaanvragen te zien, mogelijk omdat in de nieuwe subsidieregeling sinds 2014 de subsidies zijn toegenomen.